Woensdag 18/10/2017: Tucson - Gila Bend Vandaag is al weer de één-na-laatste dag van ons verblijf hier in de VS. Morgen rijden we namelijk weer naar Phoenix en leveren de auto in, want overmorgen vertrekt onze vlucht terug naar Nederland. Daar willen we voorlopig echter nog niet aan denken. We hebben immers nog twee volle dagen voor de boeg en daar willen we uiteraard optimaal gebruik van maken. Voor vandaag staat daarom een bezoek aan het Organ Pipe Cactus National Monument op het programma. Dankzij de airco, die onze kamer in een vrieskist heeft omgetoverd, ben ik al weer heel vroeg wakker vandaag. Dat komt echter goed uit, want Organ Pipe Cactus NM ligt vlak bij de Mexicaanse grens op enkele uren rijden ten zuidwesten van Tucson. We hebben dus nog een flinke rit voor de boeg. Klaas heeft gelukkig dankzij zijn wonderpillen wel redelijk goed geslapen en begint dus vrij fris aan deze dag. Om een uur of 8 zijn we allebei gereed voor vertrek. Onderweg naar Highway 86 West maken we nog een korte stop bij de Starbucks voor een ontbijtje en bij de Walmart voor wat lunchitems. Dan rijden we op de 86 de stad uit en volgen deze weg voor bijna 100 mijlen westwaarts. Het is vandaag weer prachtig zonnig weer en de temperaturen beginnen al gauw op te lopen. Gelukkig hebben we airco in de auto, al is die voor Klaas zijn loopneus niet echt bevorderlijk. De bijna twee uur durende rit naar het plaatsje Why gaat door het reservaat van de Tohono O’odham Indianen. Net als verder noordelijk bij de Navajo Nation zijn ook hier geen echte dorpen. De mensen wonen in armmoedig uitziende huizen en stacaravans, die verstrooid en eenzaam in het woestijnachtige landschap liggen. Heel af en toe komen we een iets grotere nederzetting tegen. Dat is dan meestal een school, een gezondheidscentrum, een complex van overheidsgebouwen en / of een tankstation met een winkeltje. Het landschap, waar we doorheen rijden, is hier wel heel mooi. Ruige bergketens worden afgewisseld met schier oneindige vlaktes vol met struiken en prachtige saguaro-cactussen. Sommige van deze saguaro’s zijn echte reuzen met talloze vertakkingen. Zo groot hebben we ze nog niet eerder gezien, ook gisteren in het Saguaro NP niet. Om een uur of 11 bereiken we het plaatsje Why, waar we bij een benzinepomp annex “country store” met de mooie naam “Why Not” de tank weer volgooien. Vervolgens verruilen we de 86 voor Highway 85 en volgen deze weg naar het zuiden richting de Mexicaanse grens. Al gauw komen we bij een checkpoint van de “Border Patrol”. Auto’s van deze Amerikaanse grensbewakers zijn we vandaag al vaker tegengekomen. Ze staan bijna bij alle kruispunten, waar een weg vanaf de highway richting het zuiden en dus naar de Mexicaanse grens toe loopt. Hier aan de weg naar het Organ Pipe Cactus NM is er echter een heuse checkpoint ingericht, compleet met een soort reusachtige partytent om de agenten tegen de brandende zon te beschermen. Die zijn echter alleen geïnteresseerd in auto’s uit de tegenrichting. Wij moeten onze lading illegale immigranten immers nog eerst gaan ophalen (lol)! Vlak achter de checkpoint rijden we het national monument al binnen. Tot aan het bezoekerscentrum is het echter nog meer dan 15 mijl rijden. De weg loopt tussen twee bergketens door pal naar het zuiden. Ook nu zien we in de vallei en op de berghellingen overal prachtige saguaro-cactussen staan. Hier helemaal in het zuiden van de Sonoran Desert groeit echter ook nog een andere grote cactussoort, namelijk de “organ pipe cactus”. Anders dan de saguaro vertakt zich deze soort al heel dicht bij de grond en lijkt met zijn verzameling takken in verschillende lengtes inderdaad een beetje op orgelpijpen. De “organ pipe cactus” komt in de VS bijna uitsluitend in dit park voor, want alleen hier is het warm genoeg voor deze cactussoort, die niet tegen vorst kan. Nadat we bij het “visitor center” een kort introductiefilmpje over het park hebben bekeken, steken we de weg over een beginnen aan de rond 21 mijl lange Ajo Mountain Drive. Net als alle andere wegen in het park (op Highway 85 na) is ook deze “scenic loop” onverhard. Onder normale omstandigheden is deze weg echter ook met een gewone auto goed te berijden. Overal langs de route staan paaltjes met een nummer. Elk nummer correspondeert met een hoofdstuk in de informatiebrochure over de Ajo Mountain Drive, die bij het visitor center verkrijgbaar is. Hierin vind je een schat aan informatie over de flora en fauna van dit bijzondere ecosysteem, maar ook over de geschiedenis van deze regio. Het is een schitterende route langs heel veel saguaro’s, orgelpijpcactussen, mesquite en paloverde-struiken en ocotillos. Dit laatste is iets tussen een struik en een cactus. De ocotillo heeft heel veel dunne, lange takken, die een beetje op een cactus lijken, maar die in het natte winterseizoen met ronde blaadjes bezet zijn. In het droge seizoen laat hij de bladeren vallen. Alleen de stengels van de blaadjes blijven op de takken achter, worden hard en vormen stekels net als bij een cactus.
Ook sommige van de “organ pipe” cactussen zijn heel bijzonder. In plaats van de rechte, ronde takken van de meeste orgelpijpen groeit er ineens een soort gezwel in de vorm van een vlecht. Waarom sommige planten dat doen en andere niet is nog niet bekend, maar het is wel een zeer bijzonder en bovendien prachtig mooi natuurfenomeen. Vanaf de Ajo Mountain Drive hebben we bovendien een schitterend uitzicht over de ruige bergtoppen, de aan onze voeten liggende vallei en tot aan Mexico toe. Ondanks dat het park veraf van de gebaande paden in een uithoek van de VS ligt en het ons bijna 2 ½ uur heeft gekost om er te komen, vinden wij het hier geweldig en de lange rit meer dan de moeite waard. De diversiteit van de verschillende cactus en andere plantensoorten in combinatie met de ruige bergen op het achtergrond heeft diepe indruk op ons gemaakt. Zelfs Klaas zit ondanks zijn loopneus intens te genieten van al dit moois. In de schaduw van een afdakje eten we bij een picknickplaats onze bij de Walmart gekochte broodjes op. Deze blijken helaas heel erg droog te zijn, zodat we ze uiteindelijk maar met veel moeite op krijgen. Gelukkig hebben we ook nog wat fruit bij ons. Inmiddels begint Klaas helaas steeds meer last van zijn verkoudheid te krijgen. Hij hoest, proest en snottert er “vrolijk” op los. Om hem wat rust te gunnen, neem ik daarom tijdelijk het stuur van hem over. Rijden op een onverharde weg in Amerika is een primeur voor mij en daarom toch weer even spannend. Gelukkig kun en mag je hier meestal toch niet harder dan 10 tot 15 mijl per uur rijden en dat levert dus ook op deze onverharde route weinig problemen op. De weg is zoals eerder gezegd overal in een redelijk goede toestand en de steilste stukken omhoog naar de Ajo Mountains en door droogstaande rivieren heen zijn bovendien verhard. Na rond 2 ½ uur komen we daarom zonder kleerscheuren weer bij het “visitor center” uit. Als we langs de “scenic drive” nog waren gaan wandelen, hadden we er makkelijk nog een paar uur bij aan kunnen plakken. Daar hebben we vandaag echter geen tijd voor. Bovendien is het veel te heet om te wandelen, want op gegeven moment laat ons autothermometer een temperatuur van boven de 100 ⁰ Fahrenheit (38 ⁰ Celsius) zien! In de koelte van het bezoekerscentrum brengen we met water en fruit het vocht in ons lichaam weer op peil. Vervolgens kopen we nog een leuk T-shirt voor Klaas en beginnen dan aan de terugweg over Highway 85 naar het plaatsje Why. Het is inmiddels namelijk al half vier ’s middags en we hebben nog een flinke rit voor de boeg. We overnachten vandaag in Gila Bend, een plaats ongeveer 80 mijl (bijna 130 km) ten noorden van het park. Klaas voelt zich gelukkig inmiddels weer iets beter en neemt het stuur weer van mij over. Op weg naar de uitgang van het park stoppen we nog bij een drietal “viewpoints” met mooie panorama’s van de Ajo Mountains. Bij de tweede staat tegen de afvalcontainer geleund een oude racefiets zonder banden. Joost mag weten, hoe die hier is verzeild geraakt! Bij het uitrijden van de park komen we weer bij de checkpoint van de grenswacht. Deze keer komen we uit de richting van Mexico en zijn we dus potentiële mensensmokkelaars. We moeten dan ook stoppen, onze paspoorten laten zien en wat vragen beantwoorden. Anders dan de “immigration officers” op de Amerikaanse luchthavens, die op hun norsheid aangenomen schijnen te zijn, is deze agent echter de vriendelijkheid zelf. Hij heeft duidelijk zin in een praatje met toeristen uit het verre Europa en wil maar al te graag onze Nederlandse paspoorten zien, want Hollanders komt hij op deze plek niet al te vaak tegen. Uiteindelijk zijn we goedgekeurd en mogen we weer verder. Blijkbaar zien we er heel betrouwbaar uit, want hij heeft niet eens in de kofferbak gekeken. Terug in Why blijven we Highway 85 naar het noorden volgen en komen even later in het plaatsje Ajo terecht. Achter de overblijfselen van een oude kopermijn, die eruit ziet als een door mensenhand geschapen maanlandschap, verstopt zich een mooi historisch dorp uit de Spaanse koloniaaltijd, compleet met twee wit geschilderde kerken en een door adobegebouwen omlijste “plaza”. Helaas hebben we geen tijd om hier te stoppen, want we willen liefst voor het invallen van de duisternis in Gila Bend zijn. Over een uitgedroogde vlakte met her en der een enkele saguaro rijden we verder noordwaarts. In de verte zijn aan beide kanten ruige bergtoppen te zien, die door de laaghangende zon prachtig verlicht worden. Toch durven we ook hier niet te stoppen voor een paar foto’s, want het terrein links en rechts van de snelweg behoort tot een luchtmachtbasis en is met hoge hekken afgezet. Pas kort voor de plaats Gila Bend laten we het oefenterrein van de US Airforce weer achter ons en passeren we opnieuw een checkpoint van de “border patrol”. Ook deze keer zijn we blijkbaar niet verdacht, want na enkele vragen mogen we weer doorrijden. Het kleine plaatsje Gila Bend ligt net iets ten noorden van de luchtmachtbasis aan de snelweg tussen Phoenix en San Diego. Veel stelt het allemaal niet voor: een paar oude motels, enkele schamele winkels en een vijftal weinig aantrekkelijk uitziende restaurants. Ons hotel, de America’s Choice Inn & Suites, is gelukkig iets nieuwer en ligt een beetje buitenaf, waardoor we hier geen last hebben van het lawaai van de snelweg en / of het spoor. Nadat we zijn ingecheckt en de bagage op de kamer hebben gebracht, ga ik buiten de zonsondergang fotograferen, terwijl Klaas binnen een dutje doet. Voor het hotel staan twee reusachtige saguaro-cactussen en die steken mooi af tegen het achtergrond van de door de zon prachtig oranje-gekleurde hemel. Terwijl ik gretig plaatjes schiet, raak ik aan de praat met een stel uit Missouri, dat eveneens in ons hotel verblijft en buiten van de zonsondergang zit te genieten. We kletsen een tijdje gezellig over koetjes en kalfjes, tot dat de zon echt achter de horizon is verdwenen. Omdat het nu rap koeler wordt, ga ik vervolgens gauw terug naar onze kamer. Mijn arme, snotterende echtgenoot is inmiddels ook weer wat opgeknapt en klaar om iets te gaan eten. Met de auto rijden we terug naar het centrum van Gila Bend, waar we bij Little Italy gaan eten. Ook dit restaurant oogt van buiten niet veel, maar het kan zo slecht niet zijn, want zelfs Prins Harry van Engeland heeft hier een pizzaatje verorberd tijdens zijn bezoek op de “airforce base”. Wij bestellen allebei een sla vooraf, gevolgd door een groot bord spaghetti (Klaas) en een pizza margarita (Franziska). Helaas blijkt ook het kleinste formaat pizza nog veel te groot voor mijn Europese maag en moet ik voor het eerst tijdens deze vakantie om een “doggybag” vragen. Meer dan de helft van dit enorme wagenwiel gaat in een doos mee terug naar het hotel. Tot overmaat van ramp gooi ik ook nog de helft van mijn beker cola over mijn broek heen. Gelukkig is de afritsbroek, die ik vandaag draag, redelijk sneldrogend en zijn de natte vlekken op mijn broek bij vertrek uit het restaurant al weer verdwenen. Terug in het hotel, werken we nog even onze dagelijkse klusjes af en gaan dan slapen.
4 Reacties
|
AuteurFranziska Archieven
Juli 2018
Categorieën
Alles
|