Donderdag 28/9/2017: Chinle - Farmington Vandaag laten we Arizona achter ons en reizen naar het noordwesten van de staat New Mexico. Eerst willen we echter nog een tweede bezoek brengen aan het Canyon de Chelly Park. Ook vandaag ben ik door de jetlag weer vroeg wakker, maar omdat ik nog eerst mijn dagboek moet updaten, staan we uiteindelijk niet zo heel vroeg op. Ontbijten doen we vandaag op de hotelkamer met muesli en yoghurtdrink, die we twee dagen geleden in Phoenix bij de Walmart hebben gekocht. Koffie en hete chocolademelk kunnen we met de op de kamer aanwezige koffiezetapparaat maken. Uiteindelijk is het al na 8 uur, als we eindelijk klaar zijn voor vertrek. Dat is echter niet zo erg, want buiten is het toch wat druilerig weer met veel laaghangende bewolking en zelfs een beetje mist. Mooie plaatjes van de zonsopgang zitten er dus vandaag toch niet in.
Voor we opnieuw de South Rim Drive oprijden gaan we nog eerst even tanken bij de Shell-pomp in het dorp. De pompen van Shell zijn over het algemeen de enige tankstations in de VS, waar je met de gewone pinpas van je bank terecht kunt. Uiteraard kun je bij de meeste benzinepompen ook met de creditcard betalen, maar bij onbemande tankstations vragen ze steeds vaker ook om een postcode. Omdat wij niet over een Amerikaanse ZIP-code beschikken, die aan onze creditcard gekoppeld is, lukt het de laatste jaren bijna niet meer om met de creditcard bij onbemande pompen te betalen. Vandaar dus onze voorkeur voor Shell, waar we meestal gewoon met de pinpas van de ING Bank en onze pincode terechtkunnen. Nadat we bij de plaatselijke Subway in het dorp ook nog een broodje voor de lunch hebben gescoord, rijden we opnieuw het park in. Onze eerste bestemming vandaag is de White House Overlook aan de South Rim Drive. Vanuit dit punt start de enige wandeling de canyon in, die je op eigen houtje zonder Navajo-gids mag doen. Alhoewel er nog steeds geen zon is, is de bewolking inmiddels wel wat opgetrokken. Het is dus niet meer zo mistig als vanochtend vroeg. Vanuit het parkeerterrein bij het uitkijkpunt loopt het goed gemarkeerde pad eerst een stukje langs de canyonrand, alvorens we via een korte tunnel aan de afdaling naar de bodem van de kloof beginnen. Het pad is steil en loopt via talloze haarspeldbochten zigzaggend naar beneden. Toch is het nergens echt gevaarlijk, want het pad is vrij breed en bovendien goed onderhouden. Op cruciale punten zijn traptreden in de rots uitgehouwen, er zijn afwateringskanaaltjes, muurtjes en zelfs zo af en toe een bankje van steen om even op uit te rusten. Ondanks dat de rotsen her en der nog nat zijn van de hevige buien gisteren, verloopt de afdaling dus vrij vlotjes, al moeten onderweg uiteraard wel de nodige fotostops worden ingelast. Op de grond van de canyon aangekomen, komen we bij een omheind weiland. Dit is dus privéterrein en het is daarom niet toegestaan het weiland te betreden. Zelfs foto’s maken is hier uit den boze. Toch loopt het wandelpad hier nog een stukje verder. Langs de omheining en door een droogstaand riviertje bereiken we uiteindelijk de onverharde weg, die naar de White House Ruin loopt. Dit is een eeuwenoude in de rotswand van de kloof gebouwde Indiaanse nederzetting. Helaas kun je niet heel dicht bij deze ruïne komen, want ook hier staat een groot hek omheen. Maar ook van een afstand bekeken zijn deze historische rotswoningen best indrukwekkend. We zijn hier niet de enige toeristen, want ook de excursies met een terreinwagen en een lokale gids komen hier graag. Die zijn echter best prijzig en wij kunnen hier gratis meegenieten van de uitleg van één van de Navajo-gidsen. Alhoewel hij niet bijzonder hard praat, zijn zijn woorden door de goede akoestiek van de bijna loodrechte rotswanden ook tientallen meters verderop nog goed te verstaan. Zoals bij bijna alle parkeerterreinen in het park staan ook hier een paar kraampjes, waar lokale Navajo-Indianen sierraden, mooi beschilderd aardewerk en ander kunsthandwerk verkopen. Helaas zijn de aardewerken potjes niet echt geschikt om in het vliegtuig mee naar huis te nemen, maar ik koop nog wel een schildpadje van jade, dat je aan een leren bandje om je nek kunt hangen. Dat is een mooi kerstcadeautje voor mijn petekind in Zwitserland! Nadat we via dezelfde weg terug naar het parkeerterrein op de hoogvlakte zijn geklommen, bekijken we de White House Ruins nog even van bovenaf. Vanaf hier lijken ze echter niet half zo indrukwekkend als beneden op de bodem van de canyon. We zijn daarom heel blij, dat we de afdaling hebben gewaagd. Totaal hebben we over het rond 2,5 mijl lange traject naar de bodem van de canyon en terug ongeveer 1 ½ uur gedaan. Een leuke, niet al te vermoeiende wandeling om onze vakantie mee te beginnen en even lekker de benen te strekken. Inmiddels vallen er gelukkig ook de eerste gaten in de bewolking en breekt de zon steeds vaker door. Op de terugweg naar de parkingang kunnen we dus volop genieten van het uitzicht. We stoppen onderweg bij diverse uitzichtpunten, die we gisteren vanwege het gebrek aan tijd moesten overslaan. Kort voor het bezoekerscentrum slaan we vervolgens af op de North Rim Drive. Ook langs deze tak van de weg door het park zijn weer verschillende mooie uitkijkpunten te vinden. Anders dan de “lookouts” langs de South Rim Drive kijken deze echter niet uit over de Canyon de Chelly maar over de Canyon del Muerto. Ook dit is een kloof met hele steile, bijna loodrechte wanden, waarin verschillende ruïnes van oude Indiaanse nederzettingen gevestigd zijn. Via een zijtak van de hoofdweg bereiken we Antelope House Overlook, de eerste van een hele reeks uitkijkpunten langs de Canyon del Muerto. Antelope House is een grote puebloruïne op de bodem van de canyon. Best mooi om te zien. Nog spectaculairder is echter Mummy Cave een nederzetting even verderop aan een andere zijtak van de hoofdweg. Deze antieke nederzetting zit hoog midden in een grote holte in de rotswand. Sommige delen van Mummy Cave zijn vrij goed behouden gebleven, zeker het stuk in het midden, waar nog een hele toren van meerdere verdiepingen fier overeind staat. De voorlopig laatste stop in het park maken we bij Massacre Cave Overlook. Ooit werden hier meer dan honderd Navajo vermoord, die door het Spaanse leger gejaagd naar deze plaats waren gevlucht. Vandaar de ietwat lugubere naam van dit uitzichtpunt. Ook de Canyon del Muerto, wat in het Nederlands “kloof van de dood” betekent, dankt zijn naam trouwens aan deze gebeurtenis. Wij genieten hier wederom van het spectaculaire uitzicht en eten ons broodje op, alvorens we op de North Rim Drive het park weer verlaten. Deze komt bij het plaatsje Tsaile op de Indian Route 12 uit. Aan de voet van de prachtig roodgekleurde Chusha Mountains volgen we deze weg een stukje naar het noorden tot aan de plaats Lukachukai. Hier willen we afslaan op de Indian Route 13, die dwars door de bergen heen naar de grens met New Mexico loopt en uiteindelijk iets ten zuiden van de plaats Shiprock uitkomt op Highway 491. Volgens de berichten op internet moet dit een hele mooie route zijn, een zogenaamde “scenic byway”. Helaas is de afslag naar Route 13 heel slecht gemarkeerd en rijden we hem in eerste instantie gewoon voorbij. Het bord met het nummer van de weg staat namelijk pas enkele tientallen meters verderop en wordt blijkbaar geregeld als schietschijf gebruikt. Door alle kogelgaten zijn de cijfers nauwelijks meer leesbaar. Gelukkig merken we onze fout nog net op tijd op, draaien weer om en nemen alsnog de juiste afslag naar Route 13. Als we een paar kilometer verderop een wegwijzer naar Shiprock tegenkomen, weten we zeker dat we goed zitten. Nadat we het gehucht Lukachukai zijn gepasseerd, begint de weg te klimmen. Door een nauw ravijn met hoge, schitterend roodgekleurde wanden rijden we de Chusha Mountains in. Helaas is de weg hier zo smal, dat veilig stoppen om plaatjes te maken niet mogelijk is. Even later laten we de kloof met de rode rotsen achter ons en klimmen via diverse haarspeldbochten door een bos met naaldbomen naar de top van een col. Door de nauwe, bochtige weg en het hoge stijgingspercentage kunnen we soms nauwelijks harder dan 10 mijl per uur (16 km/h) rijden. Toch zijn we blij, dat we voor deze route hebben gekozen, want de panorama’s langs deze weg zijn rondweg schitterend! Achter de col in de Chusha Mountains krijgen we zicht op de Red Valley, een vallei die zijn naam meer dan terecht draagt. Overal prachtige rode rosten, die gloeien in de inmiddels volop schijnende middagzon. Midden in de kale vlakte ten oosten van ons verschijnt bovendien de grillig gevormde rug van Shiprock. Van een afstand lijkt deze rots een beetje op de zeilen van een schip. Vandaar dus zijn naam. Ik overdrijf zeker niet, als ik beweer, dat Indian Route 13 één van de mooiste wegen is, die we in het zuidwesten van de VS tot nu toe hebben gereden. We snappen dan ook niet, dat deze route ondanks haar schoonheid nauwelijks bekend is bij de grote massa van toeristen. Dat wij hier rijden is eigenlijk ook puur toeval. Volgens Google-Maps is het gewoon de kortste route tussen Canyon de Chelly en onze bestemming Farmington in New Mexico. Op de meeste wegenkaarten staat Indian Route 13 echter als gedeeltelijk onverharde weg te boek. Vandaar dat ook wij eerst twijfels hadden, of het wel een goed idee was om deze weg met een huurauto te gaan rijden. Ook op internet is nauwelijks iets over deze weg te vinden. Zelfs de experts van het Arizona-forum op Tripadvisor konden ons niet verder helpen. Er werd ons daar sterk geadviseerd, om de veilige omweg via de grote, meestal veel saaiere snelwegen te nemen. Wat ben ik blij, dat we hier niet naar geluisterd hebben en dat we via het Nederlandstalige Alles-Amerika-forum alsnog iemand gevonden hebben, die Route 13 onlangs nog gereden had. Zij stuurden ons de link naar een site met meer informatie over deze weg en wisten ons bovendien te vertellen, dat Indian Route 13 over haar hele lengte verhard is. Gelukkig is de afdaling aan de oostkant van de Chusha Mountains wat minder steil en bochtig dan de klim, die we zojuist achter de rug hebben. Hierdoor lukt het hier wel om een stop te maken, rustig van het uitzicht te genieten en een paar plaatjes te schieten. Aan de voet van de bergen komen we uit bij de Red Rock Trading Post. Anders dan andere trading posts is dit geen souvenirwinkel voor toeristen, maar een soort supermarktje en lokale snackbar. Ideaal om even een korte koffiepauze in te lassen. Omdat het nog steeds redelijk vroeg in de middag is, besluiten we vervolgens om nog een kleine omweg te rijden. Ook dat is een tip van het stel op het Alles-Amerika-forum. Gelijk achter de trading post slaan we links af Route 63 op. Even verderop gaan we opnieuw links (Route 33). Deze zijtak van Indian Route 13 loopt door de Red Valley naar het 13 mijl verderop gelegen plaatsje Cove. Hier houdt het verharde gedeelte van Route 33 op en draaien we weer om. Ondanks dat we vanaf Cove via dezelfde route terug moeten rijden, loont deze omweg, want het landschap langs Route 33 is echt prachtig. De rode rotsen van de Red Valley, die we eerder vanaf de col gezien hebben, zijn hier heel dichtbij. Bovendien heb je vanaf de 33 een geweldig uitzicht op Royal Arch, een enorme, natuurlijke rotsboog. Heel dicht bij deze boog kun je weliswaar niet komen, want de onverharde piste ernaartoe is alleen met een goede terreinwagen te berijden, maar de boog is ook vanaf een afstand best indrukwekkend. Terug op Route 13 volgen we deze weg naar het oosten. Al gauw passeren we de grens met New Mexico en naderen we de karakteristieke Shiprock. Zoals eerder gezegd lijkt deze zwarte pukkel in het landschap van een afstand op een schip, dat uit de vlakke zee oprijst. Van dichtbij is Shiprock echter een langgerekte bergrug met puntige stekels en doet hij mij eerder aan de rug en staart van een draak denken. Ontstaan is het geheel door magma, dat door een lange breuklijn naar de aardoppervlakte rees en vervolgens stolde. Toen het omliggende gesteente door de erosie verdween, bleef alleen de zwarte rug van gestold magma over. Uiteraard maken we ook hier een korte stop, om dit fantastische natuurfenomeen op de gevoelige plaat vast te leggen. Na deze korte fotostop rijden we verder richting oosten tot dat Indian Route 13 op Highway 491 uitkomt. Deze weg volgen we een stukje naar het noorden en slaan dan voor de laatste 28 mijl tot aan Farmington af op Highway 64 East. De komende twee nachten logeren we hier in de Brentwood Inn & Gardens, een wat gedateerd maar verder prima hotel aan de rand van het centrum. Nadat we onze spullen op de kamer hebben gebracht, rusten we een beetje uit en gaan dan rond een uur of 6 te voet op zoek naar een restaurant. In eerste instantie is onze zoektocht niet erg succesvol. We belanden namelijk midden in een industriegebied. We keren daarom weer om en lopen naar het schuin tegenover ons hotel gelegen restaurant van de bekende keten Denny’s. De vestiging hier in Farmington blijkt gloednieuw. Het asfalt van het parkeerterrein is nog maar net opgedroogd en de tuin moet nog worden aangelegd. Het personeel is echter erg attent en supervriendelijk en ook het eten smaakt er prima. Mijn bourbonburger is goed gekruid en lekker mals en de T-bonesteak met garnalen is volgens Klaas ook heel best in te nemen. Als toetje delen we een bord “apple crisp” (stukjes hete appel met een deegkorstje) met een bolletje vanille-ijs. Lekker! Terug op de hotelkamer doe ik nog een poging om mijn dagboek op de nieuwste stand te brengen, maar al rond een uur of 9 lukt het mij niet meer mijn oogjes langer open te houden en gaan we daarom slapen.
2 Reacties
|
AuteurFranziska Archieven
Juli 2018
Categorieën
Alles
|