Donderdag 5/10/2017: Durango (CO) - Monticello (UT) Vannacht heb ik niet zo best geslapen. Klaas ging er om een uur of 2 uit om iets tegen zijn steeds wederkerende hoofdpijn in te nemen. Ook ik werd hierdoor wakker en het lukte me daarna niet meer echt om in slaap te komen. Ik had het veel te warm en bovendien werd ik elke keer gelanceerd, als Klaas zich in bed omdraaide. Uiteindelijk ben ik dus gewoon opgestaan en heb ik wat mailtjes naar de thuisfront verstuurd. Om 7 uur is ook Klaas wakker en kunnen we gaan douchen en aankleden. Vandaag verlaten we Colorado en reizen verder naar Monticello in Utah. Nadat we zijn uitgecheckt bij het hotel, gaan we echter eerst uitgebreid ontbijten bij de College Drive Café. Alhoewel dit geliefde eettentje in downtown Durango is gevestigd, ligt het een paar blokken verwijderd van Main Street, waar alle toeristen komen. Gezeten tussen de “locals” genieten we hier van een voortreffelijk Amerikaans ontbijtje met eieren, spek, aardappeltjes en alles wat er verder nog bij hoort. Geheel voldaan rijden we vervolgens net als gisteren op de 160 westwaarts. Deze keer slaan we in Mancos echter niet af, maar blijven op Highway 160. Voorbij aan de ingang van het Mesa Verde National Park, waar we vorig jaar twee interessante dagen in hebben doorgebracht, rijden we door naar Cortez. Hier vullen we bij de Walmart onze voorraden weer aan en halen we bij de Subway een sandwich voor de lunch. Vervolgens laten we de plaats Cortez achter ons en slaan kort voor het vliegveld rechtsaf op County Road G. Deze loopt door een vallei met her en der verstrooid wat woonhuizen en boerderijen. Naarmate we dichter bij de grens met de staat Utah komen, worden de huizen steeds schaarser en het landschap kaler en eenzamer. In de vroege dertiende eeuw was dit anders, want toen leefde hier een beschaving, die prachtige stenen huizen bouwde. De overblijfselen van deze gebouwen en dorpen zijn tot op de dag van vandaag in het landschap te vinden. Een gedeelte van deze ruïnes wordt beschermd in het Hovenweep National Monument, dat zich in de grensstreek van Colorado en Utah bevindt. Helaas zijn veel van de door dit park beschermde gebouwen maar heel moeilijk toegankelijk. Enkel de Square Tower Unit ten oosten van het plaatsje Blanding in Utah is over een verharde weg bereikbaar en laat dat nou juist onze eerste bestemming van vandaag zijn. De geheel geasfalteerde aanrijroute naar het bezoekerscentrum van het Hovenweep NM is vanaf de county road gelukkig goed aangegeven met borden. Het is wel een hele hobbelige en eenzame weg met talloze gaten. In de omgeving van het national monument zijn alleen een paar ranches, die koeien, schapen en soms paarden houden. Als je hier pech krijgt met de auto, zou het daarom een hele tijd kunnen duren, voordat er hulp arriveert. Gelukkig bereiken wij het visitor center zonder kleerscheuren. Het is inmiddels rond de middag en boven ons is geen vuiltje aan de lucht. Het is hier dan ook bloedheet. Nadat we bij het bezoekerscentrum een kaart van het park en een trailguide hebben gescoord, trekken we de wandelschoenen aan, pakken wat waterflessen in de rugzak en gaan op pad. We hebben besloten om de Little Ruins Trail te lopen, een rondwandeling van ongeveer 3,2 km langs de belangrijkste ruïnes van de Square Tower Unit. Het eerste gedeelte van het pad is ook geschikt voor mindervaliden, want het bestaat uit betonnen platen. Aan het einde van dit pad ligt een mooi uitkijkpunt met blik op sommige van de belangrijkste gebouwen van de Little Ruins Canyon. Ook de rest van de wandeling is ook voor weinig geoefende wandelaars goed te doen, want het pad volgt voor een groot gedeelte de rand van de kloof en is dus vrij vlak. Alleen helemaal aan het einde van de wandeling daalt het pad naar de bodem van het ravijn en klimt aan de andere kant weer omhoog, maar ook dat is voor mensen met een enigszins redelijke conditie goed te doen. Wat je echter niet moet onderschatten is de hitte. Op de hoogvlakte is er nauwelijks schaduw en het is dus zaak om genoeg water mee te nemen, om uitdroging en oververhitting te voorkomen. De pueblo-ruïnes van de Square Tower Unit zijn de moeite echter meer dan waard. Anders dan in Mesa Verde NP staan de gebouwen hier voor een groot gedeelte aan de rand of op de bodem van de canyon en niet in uitsparingen in de wanden van de kloof. Toch getuigen de vaak meerdere verdiepingen hoge gebouwen van een grote maat van vakmanschap. Met name Hovenweep Castle, Square Tower en de Twin Towers zijn hele indrukwekkende bouwwerken. Door zijn ligging ver van de gebaande toeristenpaden en zijn relatieve onbekendheid kun je dit park nog in alle rust genieten en is het een van de best bewaarde geheimen van de Four Corners Area. Terug bij het bezoekerscentrum kopen we nog een T-shirt van het park voor Klaas. Met dit kledingstuk zal Klaas in het verdere verloop van de reis nog verschillende keren de aandacht trekken van andere reizigers en wandelaars. Juist omdat Hovenweep zo weinig bekend is bij de grote massa, valt het T-shirt dubbel op bij de mensen, die het park wel al hebben bezocht. Dat levert vaak leuke gesprekken op.
Voordat we weer verder reizen, gaan we nog even lunchen bij één van de picknicktafels achter het bezoekerscentrum. Meestal staan de picknicktafels hier in het Zuidwesten onder een afdakje, zodat je lekker in de schaduw kunt lunchen. Dat is bij de brandende zon en vaak hele hoge temperaturen hier zeker geen overbodige luxe. Om een uur of 2 verlaten we Hovenweep weer en volgen de wegwijzer naar de plaats Bluff. Helaas staat bij het volgende kruispunt alleen nog maar het wegnummer aangegeven en dat staat wederom niet op mijn nogal weinig gedetailleerde wegenkaart. Ik heb daarom even geen idee meer, waar we zijn of waar we naartoe gaan. Dat het asfalt even verderop ophoudt, maakt de zaak niet bepaald beter. Gelukkig begint het verharde wegdek honderd meter verder opnieuw. Bovendien rijdt voor ons een schoolbus en dat schept het vertrouwen, dat we uiteindelijk toch weer ergens in de bewoonde wereld uit zullen komen. Enkele kilometers verder rijden we ineens over een brandnieuw wegdek. De weg is hier blijkbaar onlangs nog (opnieuw) geasfalteerd. Als we uiteindelijk op Highway 262 uitkomen, zijn we enigszins opgelucht, want deze staat wel op onze kaart. Alleen heb ik geen flauw idee of we deze naar links of naar rechts moeten volgen, om uiteindelijk in Bluff uit te komen. Gelukkig biedt onze Garmin uitkomst en brengt ons feilloos naar Highway 191 en verder naar Bluff. Dit plaatsje in het zuidoosten van Utah ligt aan de voet van een tafelberg (in het Engels: bluff) met twee markante hoodoos aan de zijkant. Net onder deze Twin Rocks, zoals de twee zandstenen pilaren worden genoemd, staat een handelspost met dezelfde naam. Hier maken we even een korte stop om de benen te strekken en wat foto’s te schieten. Daarna vervolgen we onze weg naar het zuidwesten en nemen bij de splitsing van wegen Highway 163 in de richting van Mexican Hat. Nadat we een bergrug van knalrode rotsen zijn overgestoken, kunnen we genieten van een wijds uitzicht over de Valley of the Gods, een soort miniatuuruitgave van Monument Valley. Ook de karakteristieke rode tafelbergen van Monument Valley zelf zijn helemaal in de verte nog te zien. Even later passeren we de afslag naar de “scenic byway” door de Valley of the Gods. Alhoewel deze weg hoog op ons verlanglijstje staat, durven we het met onze minivan niet aan om deze meer dan 27 km lange onverharde route te gaan rijden. Als we hier pech zouden krijgen, zijn we immers mijlenver van de bewoonde wereld en moeten we de torenhoge kosten voor de hulptroepen helemaal zelf bekostigen, want verzekerd zijn we met onze huurwagen op onverharde wegen niet. Een beetje weemoedig rijden we daarom door en slaan iets ten noorden van de plaats Mexican Hat af op Highway 261 naar het noorden. We rijden nu recht op de Cedar Mesa af, een grote hoogvlakte met naar ons toe bijna loodrecht oprijzende zandsteenklippen. Ondanks dit bijna onneembare obstakel, worstelt de highway zich hier via talloze haarspeldbochten naar de top van Cedar Mesa. Dit bochtige, ongeveer 3 mijl lange stuk van Highway 261 wordt ook wel de Moki Dugway genoemd en is in tegenstelling tot de rest van de route onverhard. Het wegdek is echter redelijk goed en onder normale weersomstandigheden ook met een gewone auto probleemloos te berijden. En snelheidsrecords verbreken wil je hier toch niet, want de vergezichten vanaf de Moki Dugway zijn schitterend! Naarmate we hogerop komen, wordt het uitzicht over de grillige rode rotsen van de Valley of the Gods en van Monument Valley op het achtergrond steeds spectaculairder. Daar moet je echt de tijd voor nemen en van genieten. Omdat zich Klaas op de weg moet concentreren, lassen we natuurlijk ook geregeld een korte pauze in, zodat ook hij even van het panorama kan genieten. Boven op de hoogvlakte aangekomen, nemen we gelijk links de afslag naar Muley Point. Dat is een hoog boven de vlakte uitstekend rotspunt aan één van de uiteindes van Cedar Mesa. Je zou daar wederom een fantastisch uitzicht moeten hebben. Helaas is de toestand van de weg naar Muley Point echter een stuk minder dan die van de Moki Dugway zonet. Al gauw komen we bij een stuk met grote kuilen, waar de auto’s diepe sporen hebben achtergelaten in het zachte wegdek. Ondanks dat onze auto vrij hoog op zijn pootjes staat, durven we hier niet doorheen te rijden. De angst, om op gegeven moment vast te komen zitten, is simpelweg te groot. Keren lukt hier echter ook niet, want de weg is daar veel te nauw voor. Daarom rijdt Klaas de auto in zijn achteruit terug naar de highway. Wat een zegen, dat ons busje over een achteruitrijcamera beschikt! Over de licht glooiende Cedar Mesa rijden we vervolgens noordwaarts, tot dat we in de buurt van het Natural Bridges National Monument op Highway 95 uitkomen. Deze volgen we in westelijke richting tot Blanding en nemen dan de 191 North tot aan Monticello. Dit kleine plaatsje iets ten zuiden van de afslag naar de Needles District van Canyonlands NP is onze uitvalsbasis voor de komende dagen. De Canyonlands Motor Inn, waar we de komende twee nachten zullen logeren, is snel gevonden. Ook dit motel, dat pal aan de weg ligt, is van oudere datum en het interieur is zo her en der hard aan vervanging toe. Zo heeft het ligbad in de badkamer een paar lelijke vlekken, zit de koelkast in een kast verstopt en bestaat de “sfeerverlichting” van de kamer uit een kale tl-buis. We zullen het echter de komende twee nachten hiermee moeten doen, want veel keus is er niet in Monticello. Dat geldt trouwens niet alleen voor de accommodaties, maar ook voor de restaurants en de supermarkten in dit gehucht. Voor het eten hebben we de keus uit een smoezelige pizzeria, een afhaal-Italiaan, een foodtruck met tacos en de Peach Tree Café, want het steakhouse, dat ik eigenlijk op het oog had, blijkt niet meer te bestaan. Omdat we na de lange rit van vandaag geen zin meer hebben om opnieuw in de auto te stappen, gaan we te voet op zoek naar iets eetbaars. Langs Highway 191 naar het zuiden wandelend vinden we echter alleen de al eerder genoemde opties en die lijken ons weinig aantrekkelijk. De Peach Tree Café, die nog enigszins redelijke recensies krijgt op internet, kunnen we in eerste instantie niet vinden. Wel komen we onderweg langs de plaatselijke supermarkt en hier kopen we nog een flesje melk voor bij het ontbijt morgen vroeg. Nadat we die op onze kamer in de koelkast hebben gedumpt, gaan we opnieuw op zoek naar een geschikte plek om te dineren. Deze keer zoeken we het ten noorden van ons hotel en vinden daar zowaar het eerder genoemde Peach Tree Café. Het is hier redelijk druk, want bij gebrek aan beter dineert hier bijna de helft van alle mensen, die vanavond in Monticello verblijven. De bediening is helaas niet bijzonder attent, want verschillende gasten, waaronder ook Klaas, krijgen niet wat ze hebben besteld. Ik heb mijn ravioli met sla al lang op, als Klaas eindelijk zijn barbecue-chicken-pizza krijgt en begint te eten. Eerst kreeg hij namelijk een pizza met garnalen voorgeschoteld. De smaak van de gerechten is oké, maar niets om over naar huis te schrijven. Bovendien zijn de porties voor Amerikaanse begrippen redelijk klein. Ook dit restaurant krijgt daarom hoogstens een klein zesje van ons. Schuin tegenover het Peach Tree Café ontdekken we nog wel een Subway. Hier kunnen we morgen vroeg weer een broodje voor de lunch gaan scoren, alvorens we naar de Canyonlands NP vertrekken. Terug op de hotelkamer gaat Klaas aan de gang met het overzetten van de foto’s op de tablet, terwijl ik mijn dagboek update. Daarna is het bedtijd.
4 Reacties
|
AuteurFranziska Archieven
Juli 2018
Categorieën
Alles
|