Maandag 16/10/2017: Flagstaff - Tucson Ondanks de geluiden van zowel binnen als buiten het hotel en Klaas zijn beginnende verkoudheid hebben we vrij redelijk geslapen. Tegen een uur of 7 staan we op en gaan beneden in de lobby ontbijten. De selectie op het ontbijtbuffet is weliswaar beperkter dan de afgelopen dagen bij de Hampton Inn, maar vol worden we ook hier. Voor we vertrekken vul ik hier ook nog even mijn thermosbeker met hete thee. Voorlopig kan ik die als kruik gebruiken, want buiten is het nog behoorlijk fris. Toch wordt het door de ook vandaag weer uitbundig schijnende zon rap warmer. Nadat we bij de Walmart tegenover het hotel nog een pakje Ricola’s voor Klaas zijn keel hebben gehaald en bij de Subway daarnaast een broodje voor de lunch hebben gescoord, kunnen we vertrekken. Kort voor 9 uur laten we Flagstaff achter ons en rijden op de Lake Mary Road de bossen van het Coconino National Forest in. We volgen dit smalle bergweggetje langs de bijna droogstaande meren Lake Mary en Mormon Lake in zuidoostelijke richting. Overal langs de weg staan borden, waarop voor overstekend wild wordt gewaarschuwd. En dat is terecht, want op gegeven moment botsen we bijna tegen een eekhoorntje aan, dat vlak voor onze auto de weg oversteekt. We hebben echter niets gevoeld en hopen dus vurig, dat het beestje het heeft overleefd en veilig aan de overkant is aangekomen. Herten zien we vandaag ondanks alle waarschuwingsborden niet, tenminste geen levende! Op gegeven moment worden we namelijk ingehaald door twee grote pick-ups met jagers, waarvan de ene een dood hert op het laadvlak heeft liggen. Korte achter het gehucht Happy Jack mondt de Lake Mary Road uit in Highway 87. Ondanks dat dit volgens onze wegenkaart een “principal highway” is en de Lake Mary Road maar een simpele “forest route” verschillen de twee nauwelijks. Beide zijn smalle tweebaanswegen. Als ik dan toch een verschil moet opnoemen, dan is het, dat Lake Mary Road onlangs nog geasfalteerd is en dus in veel betere toestand verkeerd dan Highway 87. Via de plaatsjes Strawberry en Pine belanden we uiteindelijk bij de afslag naar het Tonto Natural Bridge State Park. Een nauw weggetje met een hele steile afdaling brengt ons bij de ingang van dit park. Bij de souvenirwinkel gevestigd in een voormalig hotel kopen we voor 14 $ twee dagkaarten en rijden dan door naar het parkeerterrein, dat het dichtst bij de natuurlijke brug ligt, waar dit park zijn naam aan te danken heeft. Vanaf hier is het maar enkele tientallen meters lopen naar de “viewpoints” 3 en 4. Nummer 3 ligt midden op de brede top van de Tonto Natural Bridge, nummer 4 iets verderop met een mooi uitzicht op de boog van de brug. Het mooist is de brug echter vanaf het uitkijkpunt aan haar voet op de bodem van de canyon. Via de Gowan Trail dalen we daarom via diverse haarspelden af naar een houten platform op de bodem van de kloof. Ondanks dat het maar een heel korte wandeling is (ongeveer 400 m enkele weg), nemen we op aanraden van de parkwachter bij de ingang toch twee flesjes water mee, want het is intussen weer bloedheet buiten. De afdaling verloopt gelukkig zonder problemen en de platform beneden ligt nog voor een groot gedeelte in de schaduw. Hierdoor is het hier nog heerlijk koel en kunnen we rustig van het uitzicht op deze imposante brug genieten. Onder de brug, die uit dit perspectief meer aan een tunnel of grot doet denken, stroomt een beekje. Ook is er een watervalletje, dat zich vanaf de top van de boog in het ravijn stort. We hebben echter de indruk, dat deze fontein op dit moment niet geheel natuurlijk is, maar door een van mensenhand gegraven kanaaltje gevoed wordt. Je kunt vanaf de houten platform ook nog onder de brug door klauteren, maar er is helaas geen echt pad en je moet hier geregeld over glibberige, gladde rotsen klimmen en van steen tot steen springend kleine waterpoeltjes oversteken. Wij wagen ons daarom maar een heel klein eindje de tunnel in. Het is hier lekker koel en net als in een grot zijn de wanden en het plafond bedekt met uitgekristalliseerd kalksteen en begroeid met mos. Eigenlijk een heerlijk plekje voor een korte pauze. De serene stilte, die daar bij zou passen, is hier echter ver te zoeken. Er is namelijk net een schoolreisje de tunnel binnengelopen en de enthousiaste kinderen maken een behoorlijke herrie, die door de goede akoestiek in deze natuurlijke tunnel nog wordt versterkt. We blijven hier daarom niet al te lang zitten. Na een korte rustpauze klimmen we op hetzelfde pad weer omhoog, als we naar beneden zijn gekomen. Boven eten we bij een picknicktafel in de schaduw van wat bomen onze broodjes en wat fruit op en rijden dan weer terug naar Highway 87. Deze volgen we zuidwaarts tot Payson, een wat grotere plaats met redelijk wat winkels, hotels en restaurants. Kort achter deze plaats slaan we af op Highway 188 richting Globe. Ongeveer halverwege komen we bij het Roosevelt Reservoir. Dit stuwmeer schijnt een geliefde bestemming te zijn, want er zijn overal campings, picknickplaatsen en natuurlijk een “marina” (haven). Wij komen hier echter niet voor de watersport, maar voor het Tonto National Monument, dat hier hoog boven het stuwmeer in de bergen ligt. Dit park beschermt verschillende in de rotsen gebouwde historische nederzettingen (“cliff dwellings”) van de Salado Indianen. Het monument ligt op een steile helling vol met “saguaro’s” en diverse andere cactussoorten. Om bij de “cliff dwellings” te komen, moeten we via een steil pad met diverse haarspelden naar boven klimmen. Bij de temperaturen van vandaag is dat een uitermate zweterige aangelegenheid en op aanraden van de “rangers” nemen we ook hier voldoende water mee naar boven. Gelukkig is de klim maar kort en staan we al na 10 tot 15 minuten bij de “Lower Cliff Dwelling”. Deze historische nederzetting werd door de Salado People in een natuurlijke holte in de rotsen gebouwd. Hierdoor liggen de ruïnes een groot gedeelte van de dag in de schaduw en is het hier lekker koel. We worden verwelkomd door een enthousiaste vrijwilligster, die tekst en uitleg over de ruïnes geeft en vragen beantwoord. Samen met het gidsje, dat we bij het bezoekerscentrum beneden hebben gekregen, zijn we dus ruim voorzien van informatie over deze nederzetting. We leren hier onder andere, dat de Salado’s bij gebrek aan hout de skeletten van de saguaro’s als bouwmateriaal voor vloeren en daken gebruikten. De vrijwilligster wijst ons ook nog op de vleermuizen, die in de gaten van het plafond van de natuurlijke uitholling wonen. Als de diertjes bewegen, kun je ze met het blote oog zien en met behulp van mijn zoomlens lukt het mij zelfs ze op de foto te zetten. In de wintermaanden kun je met een gids ook nog de beter bewaard gebleven “Upper Cliff Dwelling” bezoeken. Tijdens de hete zomermaanden is de klim ernaartoe echter te uitputtend en zijn er daarom geen rondleidingen. Via de “Cactus Trail” voorzien van diverse bordjes met informatie over de langs het pad groeiende cactussoorten dalen we daarom weer af naar het parkeerterrein bij het “visitor center”. Ik was hier graag nog langer gebleven, want de natuur is hier echt schitterend en het uitzicht met het blauwe stuwmeer op het achtergrond rondweg spectaculair. Het is inmiddels echter al na 3 uur ’s middags en we hebben nog een lange rit voor de boeg. Het wordt daarom de hoogste tijd om te vertrekken.
Via de 188 rijden we verder zuidwaarts naar het mijnstadje Globe, waar we op onze allereerste reisdag van Phoenix naar Holbrook ook al langsgekomen zijn. Deze keer nemen we hier echter niet de 60 naar Show Low, maar Highway 77 richting Tucson. Direct achter Globe duiken we opnieuw de bergen in. Inmiddels is het 4 uur ’s middags en de zon begint steeds verder te zakken. Naar Tucson is het nog steeds bijna 160 km rijden en willen we onze bestemming voor het invallen van de duisternis bereiken, dan moeten we nu echt gaan opschieten. We stoppen daarom alleen nog bij een tankstation in Winkelman, om even te plassen en iets koels te drinken. De weg tussen Winkelman en Oracle loopt voor een groot gedeelte naar het westen en dus pal tegen de laaghangende zon in. Dat maakt het erg lastig en vermoeiend om de auto te besturen, zeker omdat het wegdek hier ook nog erg slecht is en Klaas voortdurend om grote gaten heen moet manoeuvreren. Gelukkig bereiken we zonder ongelukken de plaats Oracle. Hier buigt de weg weer af naar het zuiden. Bovendien verdwijnt de zon nu sowieso snel achter de bergen. Het zicht wordt dus tijdelijk weer beter. Als we rond 18.15 uur eindelijk de buitenwijken van Tucson binnenrijden, is het echter al haast donker. Bovendien is het hier duidelijk spitsuur. Het duurt daarom nog een hele tijd, voor dat we ons hotel in de buurt van het vliegveld aan de zuidkant van de stad bereiken. De komende twee nachten verblijven we in de Red Roof Inn Tucson South. Het hotel ligt naast de snelweg in een ietwat duistere buurt. Het cliënteel bestaat hier vooral uit bouwvakkers met grote pick-up-trucks. Onze kamer is echter heel netjes en bovendien door de airco ook heerlijk koel. Pal naast het hotel zit een Denny’s en daar gaan we vanavond eten. Onze ober is heel vriendelijk en snel, al moet die de hele zaak zo ongeveer in zijn eentje bedienen. Zijn twee collega’s blijven in elk geval een groot gedeelte van de avond onzichtbaar. We starten vandaag allebei met een lekker soepje, gevolgd door een chiliburger (Klaas) en een “ceasar salad” met kip en avocado (Franziska). Omdat mijn kip niet helemaal gaar is, krijgen we één van de toetjes gratis. Zowel mijn “chocolate lava cake” als de milkshake van Klaas smaken zalig. Terug op de kamer beginnen we aan ons gewone avondritueel. Helaas heeft Klaas zijn verkoudheid vandaag wel doorgezet en zit hij inmiddels met een behoorlijke loopneus, keelpijn en een vervelende hoest. We slapen daarom vannacht apart, elk in ons eigen “queensize” bed. Nog even voor de goede orde: die is dus breder dan ons eigen tweepersoonsbed thuis!
2 Reacties
|
AuteurFranziska Archieven
Juli 2018
Categorieën
Alles
|