Vrijdag 6/10/2017: Monticello - Canyonlands NP - Monticello Vandaag gaan we naar mijn absolute favoriet onder de nationale parken in het zuidwesten van de VS: Canyonlands National Park. Al toen ik hier in het jaar 2000 voor het eerst kwam, was ik diep onder de indruk van het ruige, wijde landschap in dit park. Het park beslaat een groot gedeelte van het Colorado Plateau, waarin rivieren, wind en weer diepe sporen hebben achtergelaten. Het geheel bestaat uit drie delen, Island in the Sky, The Needles en The Maze, die elk een eigen toegang hebben. Toch is maar een heel klein gedeelte van het park überhaupt toegankelijk voor de doorsnee-toerist. De rest van het park bestaat namelijk uit ongerepte wildernis en is alleen weggelegd voor de avontuurlijke reiziger, die bereid is het park per boot, met een terreinwagen of te voet te verkennen. Dat geldt zeker voor de twee zuidelijke delen van het park, de Needles District en The Maze. Island in the Sky in het noorden is namelijk nog iets makkelijker bereikbaar en is daarom ook veel drukker bezocht. Wij gaan vandaag naar de Needles District, die in tegenstelling tot The Maze nog wel zonder terreinwagen bereikbaar is. Wil je de natuur hier echt beleven, dan zou je de auto echter achter moeten laten, want grote stukken van het schitterende achterland zijn alleen te voet bereikbaar. Vorig jaar hebben we dat via de prachtige Chesler Park Loop gedaan, een vrij pittige wandeling van bijna 18 km. Deze keer doen we het iets rustiger aan en hebben we voor een combinatie van Big Spring en Squaw Canyon gekozen, een rondje van ongeveer 12 km. Omdat dat toch nog een flinke wandeling is en omdat we de tijd in ons favoriete park optimaal willen benutten, gaat de wekker vandaag al om 6.45 uur. Om verder geen tijd te verspillen ontbijten we vandaag met muesli en melk uit de supermarkt op de kamer. Vervolgens gooien we onze rugzakjes in de auto, halen bij de Subway een broodje en rijden dan op Highway 191 noordwaarts. Helaas komen we al gauw in wegwerkzaamheden terecht, wat een beetje vertraging oplevert. Gelukkig slaan we echter al snel af op de toegangsweg naar de Needles District en kunnen we de werkzaamheden achter ons laten. Het is weer prachtig weer vandaag, al is het wel een stuk frisser dan gisteren. Het kwik komt vanochtend maar amper boven de nul graden uit en ook vanmiddag zullen de temperaturen niet boven de 20 graden stijgen. Bij de toegangspoort van het nationale park zit op dit tijdstip nog niemand en we stoppen daarom bij het visitor center even verderop, om een gratis overzichtskaartje en een trailguide van het park op te halen. Een gedetailleerde wandelkaart van het Needles District hebben we nog van vorig jaar. Na deze korte stop rijden we door naar de Squaw Flat Campground, waar we de auto bij de “trailhead” aan “Loop A” parkeren. Hier starten verschillende wandelingen, waaronder de door ons gekozen Big Spring & Squaw Canyon Loop. We trekken de wandelschoenen aan en pakken de lunch plus ruim 2 liter water per persoon in onze rugzakjes en gaan dan op pad. Het is inmiddels al 9.30 uur. Over een rug van zandsteen klimmen we de Big Spring Canyon in en volgen deze stroomopwaarts. In eerste instantie is deze kloof nog redelijk breed en lopen we over een zandpad ten midden van rotsen, die een beetje op grote paddenstoelen lijken. Er is hier nog aardig wat struikgewas en het uitzicht is daarom redelijk beperkt. Dat verandert echter, als we het einde van de canyon naderen. Hier bestaat ook de ondergrond uit zandsteen en is er nauwelijks begroeiing meer. We moeten nu een col over, die de Big Spring met de Squaw Canyon verbindt. Over kale, steile zandsteenhellingen klauteren we op handen en voeten naar de top van de col. Mijn camera en mijn wandelstokken moeten hier even in het rugzakje, want ik heb mijn handen bij het klimmen hard nodig. Ik ben blij, dat we een zonnige, droge dag hebben gekozen voor deze wandeling, want bij nat weer is deze klim over gladde rotsen ook voor de geoefende wandelaar nauwelijks te doen. De moeite loont echter zeker, want boven op de pas aangekomen kunnen we genieten van een fantastisch uitzicht. Aan onze voeten liggen de twee mooie ravijnen, waar deze wandeling doorheen gaat. Rondom ons heen bevinden zich talloze prachtige formaties van rood en beige zandsteen, waaronder de voor deze regio zo karakteristieke naaldvormige hoodoos, waar de Needles District zijn naam aan te danken heeft. Het is hier op en top genieten en natuurlijk mag een selfie gemaakt op deze prachtige plek niet ontbreken. Daarna lopen we echter snel weer verder, want door de harde wind is het hier simpelweg te fris voor een langere pauze.
De nu volgende afdaling naar de bodem van de Squaw Canyon is bijna net zo pittig als de klim omhoog. De kale zandsteenhellingen zijn steil en glad en ik laat me daarom geregeld op mijn achterste naar beneden glijden. Tot nu toe zijn we op de hele wandeling geen mens tegengekomen. Pas op de top van de col worden we door een jong stel ingehaald. Een beetje tandenknarsend moeten we toegeven, dat we niet meer de jongste zijn, want het tempo van dit jeugdige duo kunnen we onmogelijk bijhouden. Dat geeft echter niet, want we zijn hier immers niet om een snelheidsrecord te verbreken, maar om te genieten. Als we de steilste hellingen achter de rug hebben, gaan we daarom eerst in de luwte van een grote kei zitten lunchen. Het is hier goed toeven en we zitten nog altijd hoog genoeg, om volop van het uitzicht over deze prachtige omgeving te kunnen genieten. Na de lunch vervolgen we de afdaling naar de bodem van de canyon. Op gegeven moment wordt het nog even spannend, want het pad wordt plotseling onderbroken door een diepe spleet in de rotsen. Hier moeten we dus overheen springen. Op zich is dat niet zo een probleem, want de spleet is maar heel smal en we hoeven dus niet ver te springen. Alleen is de overkant helaas niet recht maar schuin aflopend en dat maakt de landing behoorlijk moeilijk. Alhoewel ik normaal gesproken geen hoogtevrees heb, moet ik toegeven, dat ik dat behoorlijk eng vind. Ik ben daarom blij, dat Klaas mij voorgaat. Nadat “mijn held” veilig aan de overkant is geland, pakt hij mij bij de hand en trekt mij stevig naar zich toe. In vergelijking met die sprong is de rest van de afdaling kinderspel. Op de bodem van het ravijn aangekomen, wordt het pad weer zanderig. Door weelderige vegetatie volgen we het pad door de steeds breder wordende Squaw Canyon terug naar de camping, waar onze auto staat. Het laatste stukje terug naar het parkeerterrein loopt door open grasland en over een zandstenen heuvel heen. We moeten dus nog weer een beetje klimmen, maar daarvoor worden we boven weer met een wijds uitzicht beloont. Hier in de Squaw Canyon is het trouwens een stuk drukker met wandelaars dan vanochtend in de Big Spring Canyon. Toch valt de drukte in dit gedeelte van Canyonlands NP heel erg mee en voelden we ons vandaag meer dan één keer helemaal alleen op de wereld. Dat is het grote voordeel van de Needles District: doordat hij iets buiten de gebaande toeristenpaden ligt, is hij tot nu toe gespaard gebleven door het massatoerisme. Uiteindelijk zijn we al rond een uur of twee weer terug bij de auto en hebben we dus inclusief pauzes ongeveer 4 ½ uur over deze 12 km lange rondwandeling gedaan. In tegenstelling tot vorig jaar, toen we pas na 4 uur terug bij de auto waren, hebben we vandaag nog voldoende tijd om de Needles District verder te verkennen. We stappen dus weer in de auto en pakken de “scenic drive” naar de Big Spring Canyon Overlook. Onderweg stoppen we bij de trailhead van het pad naar Pothole Point, een wandeling van ongeveer een kilometer over een kaal rotsplateau. Het plateau heeft talloze gaten, zogenaamde potholes, en ziet er een beetje uit als een Zwitserse Emmenthalerkaas. Bovendien biedt dit pad prachtige vergezichten in alle richtingen. Niet alleen de rotsnaalden van de Needles District ook de hoogvlakte van de Island in the Sky District in het noorden van het park is vanaf dit punt goed te herkennen. Terug bij de trailhead stappen we opnieuw in de auto en rijden naar het einde van de “scenic drive” bij de Big Spring Canyon Overlook. Dit is in principe dezelfde canyon als die waar we vanochtend doorheen hebben gelopen, alleen iets verder stroomafwaarts. De canyon is hier dieper en ruiger dan verderop en vanaf de “overlook” kunnen we genieten van een mooi overzicht. Inmiddels is het late middag geworden en wordt het zo langzamerhand tijd om naar Monticello terug te rijden. Eén laatste stop maken we echter nog, voordat we het park achter ons laten. Vanaf de Wooden Shoe Arch Overlook, een rotsboog die inderdaad sprekend op een klomp lijkt, lopen we de korte “trail” naar de Roadside Ruin. Dat is een oude “granery”, een in de rotsen gebouwde graanopslag van de Indianen, die hier eeuwen geleden geleefd hebben. Na deze korte stop kruip ik voor de verandering weer eens achter het stuur. Helaas werkt de reserve-autosleutel, die ik altijd op zak heb, niet meer om de deuren van ons busje te openen. Dat moet Klaas dus met zijn sleutel doen. Blijkbaar is bij mijn sleutel de batterij van de afstandsbediening leeg. De auto starten lukt gelukkig nog wel. Het eerste stuk tot aan Newspaper Rock, waar we dit jaar geen stop maken, rijden we dezelfde weg terug. Daarna slaan we echter af op een zijweg, die dwars door de bergen terug naar Monticello leidt. Op die manier mijden we dus Highway 191 en alle daarop plaatsvindende wegwerkzaamheden. Alhoewel een stuk korter, is deze route niet echt heel veel sneller dan die van vanochtend, want de weg door de bergen is smal, steil en erg bochtig. Ons tempo ligt daarom vrij laag. Dat is echter niet erg, want hierdoor hebben we meer tijd om van de prachtige vergezichten te genieten. Op de afdaling naar Monticello moet ik diverse keren flink op de rem gaan staan, want er zijn hier om deze tijd overal herten en hele kuddes koeien op en langs de weg. Sommige van die beesten steken zonder rechts of links te kijken vlak voor ons de weg over, maar gelukkig weten we een aanrijding te voorkomen. Terug in Monticello gaan we opnieuw op verkenningstocht uit. De zaken langs Main Street kennen we al van gisteren, maar de haaks op deze weg liggende Center Street hebben we nog niet bekeken. Hier vinden we nog een klein eettentje, het R.F. Restaurant, en die gaan we vanavond eens uitproberen. Eerst moeten we echter nog een was draaien, want het schone ondergoed is bijna op. We stoppen daarom even bij de 7/11 en kopen een flesje vloeibaar wasmiddel. Bovendien slaan we ook weer wat ontbijtspullen in. Bij de Canyonlands Motor Inn aangekomen wacht ons hetzelfde euvel als een paar dagen geleden in Santa Fe. Onze sleutelkaart werkt niet meer en de kamer is nog niet schoongemaakt. Hier krijgen we echter wel excuses voor het ongemak en komt de schoonmaakster even later toch nog langs om de prullenbakken leeg te halen en zo gewenst de vieze handdoeken te vervangen. Ik krijg een beetje de indruk, dat ze het in dat soort hotels niet gewend zijn, dat gasten meer dan één nacht blijven logeren en dat ze daarom elke dag alle sleutelkaarten gewoon weer op non-actief zetten. Zodra we onze kamer weer binnen kunnen, verzamelen we de vieze was en starten voor 10 kwartjes een machine met sokken en ondergoed. Als het wasgoed om een uur of 7 weer droog en opgevouwen is, rijden we naar het R.F. Restaurant. Het is een heel eenvoudig eettentje met maar twee vrouwen in de bediening. Toch verloopt de service deze keer vlekkeloos en bovendien ook nog redelijk snel. Klaas neemt vandaag een soepje vooraf. Zelf ga ik liever voor de “salad bar”. Als hoofdgerecht bestellen we allebei een malse burger met friet. Uiteraard mag ook een lekker toetje niet ontbreken: Klaas gaat vandaag voor de “blueberry cobbler” en ik voor de bosvruchten-pie. Het smaakt allemaal prima en is bovendien niet duur: De rekening voor ons driegangen-diner bedraagt maar 54 $. Terug op de kamer werken we ons gewone avondprogramma af: Dat betekent dus dagboek schrijven, e-mailen, tv kijken en tenslotte redelijk op tijd onder de lakens kruipen.
6 Reacties
|
AuteurFranziska Archieven
Juli 2018
Categorieën
Alles
|