Dinsdag 26/9/2017: Phoenix - Holbrook Ook vannacht hebben we niet al te daverend geslapen. Door de airco werd het zo koud op de kamer, dat ik op gegeven moment mijn sokken maar weer heb aangedaan. Bovendien hebben we last van de jetlag. Om een uur of half zes ben ik klaarwakker en ga ik in een hoekje van de badkamer mijn dagboek updaten, terwijl Klaas nog wat verder dut. Een uurtje later staat ook hij op en gaan we in het hoofdgebouw van het motel ontbijten. Hier raken we aan de praat met een stel uit Florida. Zij hebben net orkaan Irma achter de rug, maar gelukkig valt de schade aan hun eigen huis mee. Een hoop andere mensen in die regio hadden helaas minder geluk.
Al die hevige stormen van de afgelopen tijd hebben trouwens wel één groot voordeel voor ons toeristen. Omdat de afgevaardigden in het Amerikaanse parlement het niet eens konden worden over de begroting, dreigde namelijk weer eens een ‘government shutdown’. Zolang de shutdown voortduurt krijgen de ambtenaren geen salaris uitbetaald en als gevolg hiervan zijn veel federale instellingen zoals nationale parken en musea gesloten. We hebben dat al eens eerder meegemaakt in september 2013. Toen waren we echter aan de oostkust onderweg en hadden we gelukkig niet zoveel nationale parken op het programma staan. Dit jaar zou een government shutdown echt ons hele programma in de war brengen. Door alle natuurrampen van de afgelopen weken heeft het parlement echter besloten, de discussie over het budget een paar maanden uit te stellen. Een shutdown zou het herstel van de rampgebieden immers niet ten goede komen. Voor alle toeristen, die zoals wij graag de nationale parken van de VS willen bezoeken, is dat dus een geluk bij een ongeluk. Wel heel wrang, dat er een nationale ramp voor nodig is om de shutdown af te wenden. Dat er tijdens zo een shutdown duizenden trouwe medewerkers van de overheid zonder salaris thuis komen te zitten, kan de Amerikaanse regering blijkbaar niet schelen. Nadat we de auto hebben ingeladen en zijn uitgecheckt, kunnen we op pad. Ook de reservesleutels van de auto hebben we gelukkig vanochtend onder één van de stoelen teruggevonden. Onze eerste bestemming vandaag is een Walmart langs Highway 60 in een buitenwijk van Phoenix. Hier slaan we water en wat andere spullen voor de lunch en het ontbijt in. Bovendien gaan we ook nog even bij de naastgelegen vestiging van de Amerikaanse automobielclub (AAA) langs, om wat wegenkaarten voor de te bereizen staten op te halen. Omdat de AAA met de Nederlandse ANWB samenwerkt, zijn deze kaarten voor leden van deze organisatie gratis. Daarna draaien we weer de 60 op en rijden in oostelijke richting de stad uit. Zodra we de bewoonde wereld achter ons hebben gelaten, wordt het landschap droog en woestijnachtig. Overal verschijnen reusachtige saguaro’s en andere cactussoorten. Al gauw laten we de vlakke Sun Valley achter ons en duiken de bergen in. Het is hier schitterend mooi. Kort voor het plaatsje Superior nemen we de afslag naar het Boyce Thompson Arboretum State Park. Dit is een soort botanische tuin met woestijnplanten van over de hele wereld, die ooit is aangelegd door de eigenaar van de plaatselijke mijnen, meneer Boyce Thompson. Ondanks dat er vandaag redelijk wat bewolking aanwezig is, is het hier bloedheet. Het meenemen van een fles water voor het korte rondje door de tuinen is daarom zeker geen overbodige luxe, al is het pad maar amper 1,5 mijl lang. We volgen de mooi aangelegde ‘main trail’ door de “cactus garden’ naar de heuveltop, waar Boyce Thompson zijn villa liet bouwen. Hiervandaan heb je een prachtig uitzicht over de grillig gevormde Magma Ridge en een paar diepe ravijnen. Overal groeien saguaro’s, diverse soorten cholla-cactussen, palo verde en mesquite struiken. Ondanks het woestijnachtige klimaat zijn hier ook veel dieren te vinden. Overal zie je prachtige vlinders, libellen en zelfs kolibries rondvliegen. We vermaken ons hier prima en mijn camera draait weer eens overuren, al valt het niet mee om deze pijlsnelle beestjes enigszins scherp op de gevoelige plaat vast te leggen. Na ongeveer 2 uur verlaten we dit park weer en rijden in oostelijke richting verder de bergen in. Bij een camping ten midden van prachtige rode rotsformaties peuzelen we ons rijk belegde rosbiefsandwich op en rijden dan verder over Highway 60 naar de mijnplaatsen Miami en Globe, waar tot op de dag van vandaag koper wordt gedolven. Een mooi gezicht is dat niet, want de heuvels rond om deze plaatsen zijn compleet omgespit en afgegraven. De mijnplaatsjes zelf bestaan vooral uit winkels, waar wapens worden verkocht. Het ‘Wilde Westen’ is hier duidelijk nog springlevend. Achter Globe duiken we een glooiend heuvellandschap in, waar de cactussen plaatsmaken voor naaldbomen. Ongeveer halverwege tussen de plaatsen Globe en Show Low wordt het heuvellandschap ineens onderbroken door de diepe spleet van de Salt River Canyon. Via diverse haarspeldbochten daalt de weg af naar de bodem van deze kloof met onderweg schitterende uitzichten. Terwijl de weg en ook de diverse ‘turnouts’, waar je de auto even aan de kant kunt zetten, net opnieuw geasfalteerd zijn, laat de rest van de faciliteiten hier helaas veel te wensen over. De Salt River Canyon ligt op het territorium van de Apache Indianen en die doen er helaas weinig aan, om de faciliteiten op peil te houden. De hekken en trappen bij de uitkijkpunten staan op punt van instorten, de informatieborden zijn verdwenen en overal ligt zwerfvuil. Op sommige plekken lijkt het net alsof iemand een vuilnisauto in de canyon heeft leeggestort. Doodzonde, want de kloof op zich is echt schitterend! Kort voor de plaats Show Low, verlaten we het indianenreservaat weer en maakt het beboste heuvellandschap plaats voor redelijk vlak en open grasland. We slaan hier af naar het noorden en bereiken om een uur of 5 ’s middags de zuidingang van het Petrified Forest National Park. Als we vandaag nog iets van dit park willen zien, dan moeten we nu opschieten, want officieel gaat dit park om 18 uur dicht. Ondanks het krappe tijdsbestek willen we dit bezoek zeker niet laten schieten, want de prachtig gekleurde badlands van de Painted Desert zijn op dit tijdstip van de dag op hun mooist. We hoeven hier geen entree te betalen, want ons America the Beautiful jaarpas van vorig jaar is nog geldig tot het einde van de maand. Nadat we bij de ingang een kaart van het park hebben gekregen, rijden we direct door naar de eerste badlands. Ons bliksembezoek aan dit park gaat vandaag op zijn Amerikaans, dat wil zeggen met de auto van uitzichtpunt naar uitzichtpunt rijdend. Soms stap ik niet eens uit om een foto te nemen, maar draai ik alleen even de ruit naar beneden. Voor lange wandelingen of een bezoek aan het ‘visitor center’ hebben we helaas geen tijd. Maar gelukkig komen we hier morgen nog weer. Bij de Crystal Forest stappen we nog wel even uit een draaien een klein rondje langs de kleurrijke hellingen met prachtige stukken versteend hout. Er liggen hier stammen van een heel bos in het landschap verstrooid. Alhoewel we al vaker versteend hout hebben gezien, zijn we ook vandaag weer gefascineerd door deze grote stukken steen, die ook na miljoenen van jaren in de grond nog op echte boomstammen lijken en dezelfde structuur als hout hebben. Even verderop maken we nog een kleine omweg naar de Blue Mesa. Ook deze badlands zijn met hun strepen van gesteente in de kleuren blauw, grijs, beige en paars een schitterend gezicht in het warme avondlicht. Dat geldt ook voor de Tipi’s, een stel rotsformaties iets ten noorden van de Blue Mesa die inderdaad een beetje op indianententen lijken. Omdat de tijd nu toch echt begint te dringen, rijden we vervolgens zonder te stoppen door naar het meest noordelijke gedeelte van het park. De weg steekt hier Highway 40 over en komt uit bij een prachtig mooi gedeelte van de Painted Desert. Ook hier zijn prachtig gestreepte badlands te zien, maar anders dan verder zuidelijk hebben deze vooral rode, paarse en roze kleurtinten. Helaas verdwijnt de zon nu net achter een laag wolken aan de horizon en worden de kleuren daarom een beetje flets. Toch is het een schitterend gezicht! We redden het net niet om voor sluitingstijd het park uit te rijden, maar dat geeft niet, want het automatische hek bij de uitgang gaat van binnen nog gewoon open. Via Highway 40 rijden we vervolgens in westelijke richting naar het 26 mijlen verderop gelegen plaatsje Holbrook, waar we voor vannacht een kamer hebben gereserveerd. Net als gisteren slapen we ook vandaag in een Econo Lodge. Onze kamer is weliswaar iets kleiner dan die gisteren, maar voldoet verder aan al onze eisen. Eten doen we vandaag bij het even verderop gelegen restaurant Chameleon. Het is een klein, eenvoudig eettentje, dat in eerste instantie niet zo veel oogt. Het eten smaakt er echter prima, de bediening is super vriendelijk en bovendien is het spotgoedkoop: Voor het voorafje van tortillachips met salsa, onze hoofdgerechten (kip voor Klaas en enchiladas voor mij) en twee reusachtige bekers cola inclusief gratis navulling zijn we met taks en fooi samen nog geen 25 $ kwijt. Met goedgevulde buikjes keren we vervolgens terug naar ons hotel, waar we nog een paar mailtjes versturen en een begin maken met dagboek schrijven. Erg lang houden we dat echter niet vol, want inmiddels zijn we allebei doodop en moeten we daarom nodig naar bed.
2 Reacties
|
AuteurFranziska Archieven
Juli 2018
Categorieën
Alles
|